De eerste jaren

Goudmijnstraat 53 in Oss. Een goudmijn in Oss? Ja, die naam hadden de Ossenaren bedacht voor tapijtfabriek Bergoss. Het ging deze producent van het latere, beroemde Hiltontapijt voor de wind en daarom breidde het bedrijf alsmaar uit. De hele zuidkant van onze straat bestond al snel uit één lange, dichte fabrieksmuur. Op 8 oktober 1952 werd ik daar geboren, als jongste van vier kinderen (de anderen heten Anky, Ineke en Christje) van Marie Kemps (1909) en Guille Marijnissen (1911). Mijn beide ouders zijn geboren en getogen Ossenaren. Mijn moeder groeide op als dochter van een slager, mijn vader was zoon van een horlogemaker. De ouders van mijn ouders heb ik amper gekend.

1954

In 1963 overleed mijn vader. Hij kreeg op een woensdagmiddag een hartinfarct. De dokter weigerde eerst om te komen, we moesten maar een paar flesjes sinaasappelsap halen. En toen ie later wel kwam, was het te laat. De flesjes B3 die ik voor vader gehaald had, heeft ie nooit opgedronken. Ik was één van de misdienaars tijdens zijn begrafenis. Ik mocht voor het eerst het kruis dragen vooraan de stoet die de kist naar de begraafplaats begeleidde. Er ontstond een onwezenlijke leegte in huize Marijnissen.

Van school, naar school, naar school, naar school

Scholier

Mijn moeder vond het verstandig mij na de lagere school naar kostschool te sturen. Het werd het gymnasium van de Carmelieten in Oldenzaal. Het was geen leuke tijd: een strak regime, veel eenzaamheid, veel heimwee. Eén dag in de maand mocht ik naar huis. Gelukkig werd de kostschool opgeheven. Heeswijk in Brabant werd mijn nieuwe thuis, bij de Norbertijnen. Maar omdat het gymnasium mij absoluut niet lag, kwam ik na twee jaar weer terug naar Oss.

Daar ging ik naar het Titus Brandsmalyceum, de HBS. Ik ging HBS-A doen, met veel talen en veel boekhouden en handelsrekenen. Dat had ik beter niet kunnen doen. Want noch met talen, noch met boekhouden had ik iets.

In mijn tijd in Heeswijk begon ik belangstelling te ontwikkelen voor allerlei levensvragen. Het geloof heb ik daar achtergelaten. Terug in Oss kwam daar belangstelling voor filosofie, psychologie en vooral politiek voor in de plaats. Terwijl ik mijn lessen moest leren, was ik meer in de weer met Marx, Freud, Fromm en niet te vergeten Marcuse. Dat kon dus niet goed gaan, te meer daar ik mij ook steeds meer in het actiewezen stortte, waardoor ik nog minder tijd had voor ‘de balans’, crediteuren en debiteuren, en buitenlandse boeken. We richtten een leerlingenvereniging op. Het door de schooldirectie geformeerde leerlingenparlement vonden we een voorbeeld van repressieve tolerantie. Ik kalkte Nixon met een hakenkruis op de invalswegen van Oss. Als het leger kwam werven, waren wij er bij om jongeren ervan af te houden. We organiseerden Vredesweken in het najaar. We draaiden de film ‘Z’ en verzamelden handtekeningen tegen het kolonelsregime in Griekenland.

Het zoveelste verbaal gevecht met leraren deed voor de conrector de deur dicht en mijn moeder werd dringend verzocht een andere school voor me te zoeken. Dat werd uiteindelijk de Gemeentelijke HBS in Nijmegen. Dat heb ik nog volgehouden tot de vijfde klas, maar nog voor het eindexamen besloot ik het voor gezien te houden. Het feit dat ik over de zaken die mij toen bezig hielden op school niets hoorde, is daar zeker debet aan geweest. Inmiddels was ik ook betrokken geraakt bij de SP.

Van fabriek, naar fabriek, naar fabriek

‘Jongen, niet leren? Dan maar werken’, zei mijn moeder nadat ze nog lange tijd (met hulp van ooms en andere wijzen) had geprobeerd me op andere gedachten te brengen. Het werd eerst inpakken op een ijsfabriek, toen de worstfabriek van Zwanenberg en daarna de metaal. Ik volgde vele cursussen: Bemetel, gronddiploma NIL Booglassen, MIG-, TIG- en autogeen lassen. Mijn ‘metalen’ loopbaan begon bij een scheepswerfje en vele andere kleine bazen. Het langst werkte ik voor een constructiebedrijfje vlak bij Oss en daarna lange tijd als uitzendkracht overal in Brabant.

Bankwerker
Aan de kantbank

Mijn betrokkenheid bij de SP maakte dat ik langzamerhand in Oss ‘een naam’ had gekregen. Ik zat vanaf 1975 in de gemeenteraad, voerde acties bij allerlei bedrijven en klaagde fabrieken aan die naar mijn mening onverantwoord omgingen met het milieu. Zo iemand had men liever niet ‘op de plaats’. Via een uitzendbureau was het bezwaar blijkbaar minder. Men kon mij immers meteen buiten zetten als ik niet beviel.

Gelukkig verstond ik mijn vak goed en de wisselingen bleven dus nog redelijk binnen de perken. Desalniettemin heb ik veel bedrijven van binnen kunnen bekijken. Dat heeft mij veel ervaring opgeleverd en veel kennis over hoe het op de werkvloer toegaat. De mensenkennis die ik daar heb opgedaan, is me later nog erg van pas gekomen.

Van gemeenteraad,…

Gemeenteraadslid in Oss1975, Gemeenteraad

In 1975 kwam ik in de gemeenteraad. Ik was op dat moment 23 jaar en het jongste raadslid van het land. Zeventien jaar zou ik er blijven. Veel, heel veel felle debatten heb ik daar gevoerd. In de beginjaren waren wij niet te beroerd om in de raad bij de algemene beschouwingen zelfs de wereldpolitiek te betrekken.

Dat waren niet onze sterkste momenten. Krediet behaalden we vooral door onze koppeling van ‘parlementaire’ actie in de raad met onze acties buiten de raad. Het is een prima leerschool geweest. Daar heb ik geleerd dat voorbereiden álles is. Ga niet (alleen) af op de door het college beschikbaar gestelde (en door de ambtenaren geschreven) informatie, maar trek er zelf op uit. Vertrouwen is goed, maar controle is beter.

Maar ik heb er ook geleerd in het openbaar te spreken en te debatteren. Ik weet nog dat ik bij een verkiezing op school een toespraak moest houden. Ik had een vriend gevraagd die toespraak voor me te schrijven. Maar toen het moest trilden mijn handen zo van de zenuwen dat ik het briefje niet kon lezen. Het werd een afgang. Een leerzame ervaring, in de gemeenteraad heb ik nog veel meer ervaring opgedaan.

…naar provinciale staten,…

Provinciale Staten
1987; Provinciale Staten

In 1987 werd ik – als eerste SP’er – gekozen in de Provinciale Staten van Brabant. Het werd geen succes. Ik heb het zo’n twee jaar gedaan, maar er is geen moment dat ik me herinner en dat me met enige trots vervult; of het moet zijn het moment dat een lid van Gedeputeerde Staten kwaad wegliep tijdens één van mijn toespraken. Daar, in de Provinciale Staten, kwam ik tot de conclusie dat dit bestuursorgaan beter kan worden opgeheven. De provincie is vlees noch vis. Het zou beter zijn kleinere regio’s te maken die dichter bij de mensen staan en behulpzaam kunnen zijn bij de intergemeentelijke samenwerking die soms echt nodig is.

Socialistiese Partij - Eerlijk & Aktief - Jan Marijnissen - Lijst 10
Billboard voor de Tweede-Kamerverkiezingen 1989

…naar parlement

In 1989 werd ik voor de eerste maal de lijsttrekker voor de landelijke SP. Onder de leuze ‘eerlijk en aktief’ voerden we campagne. Helaas hadden er nog te weinig mensen vertrouwen in. Ze dachten dat we het toch wel niet zouden halen, of misschien dachten ze wel ‘ze hebben te weinig toe te voegen’. Vanaf toen ging de SP in plaats van als federatie van afdelingen meer optreden als een landelijke partij. We speelden een belangrijke rol in de strijd tegen de onzalige WAO-plannen van Lubbers en Kok en in de strijd tegen de Golfoorlog. Op alle belangrijke terreinen manifesteerden we ons nu, terwijl we op lokaal niveau sterker en sterker werden.

Remi Poppe en Jan Marijnissen
Met Remi Poppe in de Tweede Kamer

Op een mooie mei-avond in de Meervaart in Amsterdam in 1994 kon ik samen met Remi Poppe en alle andere aanwezigen een echt feest vieren. Eindelijk was de partij volwassen geworden, we zaten in het parlement! Ik weet nog dat ik achter de coulissen een moment gedacht heb: deze mensen hebben dit resultaat echt verdíend. Zóveel mensen hebben er zóveel voor gedaan!

In dienst van de SP

Zo ongeveer halverwege de jaren tachtig werd mij gevraagd in dienst te treden van de SP. Eigenlijk had ik daar helemaal niet zo veel zin in. Het druiste in tegen mijn opvatting dat politici midden in het leven horen te staan en dat – anderzijds – álle mensen politici (behoren te) zijn. Maar de druk werd groot: ‘Jouw ervaringen in Oss kunnen prima bruikbaar zijn voor de rest van de partij.’ En, eerlijk gezegd, de partij stond er in die tijd niet zo goed voor: afdelingen die het elan verloren hadden, ideologische verwarring en veel twijfel over de toekomst van ons ‘socialisme op klompen’. Samen met Tiny Kox en anderen heb ik de uitdaging aanvaard: ik zei ‘ja’.

Mijn eerst grote klus werd het doorbreken van de gegroeide gedachte dat we in de grote steden niets klaar konden maken. Ik hielp de Amsterdamse afdeling om in Noord onze eerste deelraadszetel in de wacht te slepen. Het werd het begin van de victorie. Veel vertwijfelde afdelingen putten uit dit succes moed en de trend van steeds verder groeiend pessimisme werd gekeerd.

Op Kantoor
Op het hoofdkantoor in Rotterdam Foto: Paul Peters

De daarop volgende raadsverkiezingen in 1986 werden een groot succes. Net als alle daarop volgende verkiezingen, zowel voor de raden, als de Kamer, het Europees Parlement, en de Provinciale Staten.
Het is een buitengewoon leerzame tijd geweest, daar op het hoofdkantoor in de Agniesebuurt van Rotterdam. Ik maakte kennis met het offsetdrukken, ik leerde inkopen en administratie doen, ik moest nu echt besturen en leiding geven. Ik werd gekozen tot voorzitter van de SP.

De Tweede Kamer

Vanaf het begin in 1994 ben ik voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de SP geweest. Graag verwijs ik voor de eerste ervaringen in de Kamer naar het boekje ‘Effe Dimmen’, dat je ook op deze site kunt vinden. Het is uitgebracht in het voorjaar van 1998 en beoogt een verantwoording te zijn over onze eerste jaren in de volksvertegenwoordiging. De fractie groeide van 2 zetels in 1994 naar 5 in 1998 naar 9 in 2002. Inmiddels zijn we uitgegroeid tot de derde partij van het land qua ledental én zeteltal in de Tweede Kamer. Want bij de doorbraak op 22 november 2006 behaalden we het historische aantal van maar liefst 25 zetels. Tegelijk schreven we in 2006 ons 50.000ste lid in.
In juni 2008 nam ik afscheid als fractievoorzitter en in juni 2010 als lid van de Tweede-Kamer. Op 28 november 2015 volgde een nieuw afscheid, dit keer als voorzitter van de partij. Ron Meyer werd door het XXI congres van de partij aangewezen als mijn opvolger.

  • Biografie

    Iedereen heeft een levensverhaal. Dit is het mijne, welke begint aan de Goudmijnstraat in Oss. Op 8 oktober 1952 werd ik daar geboren, als jongste van vier kinderen (de anderen heten Anky, Ineke en Christje) van Marie Kemps (1909) en Guille Marijnissen (1911).

    Een aantal ‘speciale hoofdstukken’ zijn apart beschreven.