1 april en andere grappen
Het zal voor de vaste kijkers naar Den Haag Vandaag misschien moeilijk te geloven zijn, maar kamerleden zijn soms net gewone mensen. Met hele gewone-mensenzorgjes. Het allerduidelijkst wordt dit tijdens de al eerder aangehaalde debatten over de Raming – de eigen begroting van de Tweede Kamer. Tijdens die debatten kunnen buitenstaanders een kijkje krijgen in de keuken van het parlement. Soms zelfs letterlijk.
Zo bracht GroenLinks-kamerlid Leonie Sipkes eens de bedrijfseconomische situatie van het restaurant van de Tweede Kamer ter sprake. ‘Waardoor is het restaurant nog steeds verliesgevend?’ vroeg Sipkes zich af. ‘Het plastic is vervangen door gewoon serviesgoed. De soepkommen zijn ook vervangen, en wel door bouillonkopjes met een mooi randje. Wie daarop zat te wachten weet ik niet. Ik stel mij al voor dat je uit deze kleine kopjes straks erwtensoep of een andere maaltijdsoep moet eten!’
En er waren nog andere zorgen. ‘In de omgeving, in een vrij grote cirkel rond het Kamergebouw,’ aldus Sipkes, ‘doet zich een vreemd verschijnsel voor. Tussen vijf en zes uur ‘s middags zitten alle brievenbussen vol. Is het niet mogelijk om de ptt te vragen of wij hier in de hal een brievenbus kunnen krijgen?’
Helaas, tot op de dag van vandaag is die brievenbus er niet gekomen, maar de maaltijdsoep wordt wel opgediend in grotere kommen.
PvdA-kamerlid Rehwinkel had in mei 1997 weer hele andere zorgen aan zijn hoofd. Eerder dat jaar was er niet vergaderd met carnaval, maar, zo bleek, dat was geen principiële keuze geweest. In de woorden van Rehwinkel: ‘Het Presidium zegt niet expliciet te hebben gestreefd naar het vergadervrij houden van carnaval, maar zulks slechts te hebben laten ontstaan als gevolg van de meest wenselijk geachte indeling van de recessen.’ Of het Presidium niet alsnog een principieel standpunt over deze belangwekkende problematiek kon innemen.
VVD-woordvoerder Remkes wilde op zijn beurt graag weten hoe het zat met de technologische vernieuwing in de Kamer. ‘Rondvraag bij een aantal collega’s,’ aldus Remkes, ‘leerde dat nog niet allen over een volwaardige laserprinter beschikken, terwijl de basisvoorzieningen naar onze opvatting zeer belangrijk zijn. Wij kunnen ons ook geen achterstandspositie veroorloven vanwege het beeld dat de samenleving van de Kamer heeft.’
Ook Oedayraj Singh Varma had vragen. ‘Wanneer,’ zo zei de GroenLinkse parlementariër, ‘worden alle plastic bekertjes in dit gebouw uitgebannen? Er kunnen toch overal bekers of glazen bij de automaten worden neergezet? Wij vinden de mensen belangrijk en wij vinden het aanbieden van koffie en thee in plastic bekertjes not done.’
En zo kabbelen de debatten over de Raming voort van de ene kleine besogne naar de andere merkwaardige ergernis of wens. Waarom, vraagt de een, is er geen catering op zaterdag? En kan er, wil de ander weten, niet voor gezorgd worden dat 1 mei een vrije dag is? Moet er geen apart tv-kanaal komen waarop alle debatten live te volgen zijn? En waarom toch ontbreekt de nieuwbouw van de Tweede Kamer in Madurodam? ‘Ik merk op,’ zei de heer Jeekel van D66, ‘dat er voor Madurodam een toetsingscommissie is die aanvragen, suggesties en ideeën van derden beoordeelt. Mijn fractie stelt het Presidium voor met spoed in contact te treden met die commissie. De nieuwbouw van de Tweede Kamer moet naar Madurodam, wellicht zelfs met financiële hulp van de Rijksgebouwendienst.’
Op zulke momenten ben ik altijd blij dat Remi Poppe er ook nog is. ‘Bedoelt de heer Jeekel,’ reageerde hij alert, ‘dat met het paarse beleid, de terugtredende overheid en meer marktwerking de zaak zo geminimaliseerd is dat wij thuishoren in Madurodam?’
De heer Jeekel: ‘Dat wij braaf in heel kleine doosjes moeten? Dat bedoel ik niet!’
En natuurlijk stellen ook wij, bedoeld of onbedoeld, weleens alledaagse dingen aan de orde. Op 28 maart 1997 stelde Remi namens de SP-fractie de volgende vragen aan minister Jorritsma van Verkeer:
1. Gaat het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor een half miljoen gulden een skybox huren in het Feijenoord-stadion? (Zie de Volkskrant van 28 maart 1997.)
2. Is het juist dat de kosten worden betaald uit het budget van de afdeling Voorlichting?
3. Is het voorlichtingsbudget niet bestemd voor het informeren van de bevolking over de activiteiten van het ministerie, in plaats van het amuseren van een select gezelschap binnen- en buitenlandse bobo’s en topambtenaren?
Nooit te beroerd om een alternatief aan te dragen voor een in onze ogen faliekant verkeerd plan, deden we die dag ook nog een persbericht de deur uit waarin we de minister adviseerden om in plaats van een skybox een aantal staanplaatsen af te huren bij de roemruchte amateurvereniging IJsselmeervogels.
Zo ver kwam het echter niet. Daags na het verschijnen van het persbericht kopte het Algemeen Dagblad: ‘SP trapt in 1-aprilgrap van ministerie.’