Een onveilige haven
Op de morgen van 11 juli 1995 viel Srebrenica. Dutchbat was niet in staat de enclave te verdedigen doordat de gevraagde luchtsteun uitbleef. De Nederlanders kwamen met de schrik vrij, maar met de bevolking liep het slechter af: binnen enkele dagen werden er duizenden mensen vermoord.
Minister Voorhoeve liet in de herfst van 1995 weten dat Dutchbat nooit de bedoeling had Srebrenica écht te verdedigen en dat save niet als ‘veilig’ mocht worden opgevat.
‘Maar wist de bevolking dat ook?’ vroeg ik hem. ‘En wat betekent save haven dan? En als u niet van plan was die mensen te verdedigen, en u wist dat de Serven vastbesloten waren Srebrenica in te nemen, had u die mensen dan niet moeten evacueren?’
‘Dat wilden de Bosnische autoriteiten niet,’ aldus Voorhoeve.
‘En waren de betrokkenen, de bewoners van de enclave, het daarmee eens?’
Inmiddels weten we dat het cynisme rond Srebrenica niet beperkt is gebleven tot deze twee punten. Het lijkt vast te staan dat al in een eerder stadium door de top van de VN was besloten de save havens op te geven. Ze zouden een belemmering vormen voor een politiek akkoord tussen de strijdende partijen. De mensen waar het om ging – de inwoners van Srebrenica én de Nederlandse soldaten – werden echter dom gehouden en geofferd op het hakblok van het VN-cynisme.
Het trauma van Srebrenica zal ons blijven achtervolgen omdat ons geweten geen rust mag en zal hebben voordat de onderste steen boven komt. Pretenties zijn niet waargemaakt, mensen zijn bedrogen, en duizenden zijn vermoord. We hebben recht op de waarheid, en daarom had de Kamer moeten besluiten tot een diepgaand, onafhankelijk onderzoek naar de precieze gang van zaken. Het riod, het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, doet nu een historisch-wetenschappelijk onderzoek, maar dat is echt iets anders dan een nationaal of internationaal onderzoek dat tot doel heeft de verantwoordelijken ter verantwoording te roepen.
Srebrenica en het hele drama van het voormalig Joegoslavië laat ons allen weer eens zien tot wat voor waanzin racisme en nationalistische sentimenten kunnen leiden. ‘De eerste dode in elke oorlog is het gezond verstand,’ schreef Den Doolaard al eens.
Maar dat niet alleen. Daar waar politici falen, krijgen de generaals het voor het zeggen. En de politiek hééft gefaald op de Balkan. Dat geldt voor de nationale politiek, maar zeker ook voor de internationale politiek. In plaats van vroegtijdig olie op de golven te gooien, heeft men de olie op het vuur gegooid. In plaats van aan te dringen op kalmte heeft men de nationalistische aspiraties eerder aangemoedigd, terwijl men toch wist dat Joegoslavië altijd een politieke en etnische vulkaan is geweest.
Vluchtelingen vervolgens een ‘veilige haven’ aanbieden, terwijl men hen niet wil verdedigen; de betrokken burgers daar niet van op de hoogte stellen; soldaten er neerzetten die op het moment suprême geen (lucht)steun krijgen – dat alles getuigt van een zeer ongevoelige en bedenkelijke mentaliteit. Een mentaliteit die niet ongestraft had mogen blijven.