Pijlers onder de beschaving
De overheid moet het goede voorbeeld geven en daar schort het enorm aan. Als de politiek zelf afzijdig houdt in een situatie waarin 360.000 kinderen in armoede worden grootgebracht – in het rijkste land van de wereld wel te verstaan! – dan moet je niet denken dat ‘het volk’ zich spontaan wél sociaal zal gedragen en het zal opnemen voor mensen die dat nodig hebben. Als het baken van de overheid een bepaalde kant op gaat, gaat de samenleving ook die kant op. Begin jaren ’90 was ik in Amerika. ‘Maak je maar geen zorgen’, zei men mij: ‘Clinton, Reagan; dat maakt allemaal niks uit. Je zal zien: hoe armer de mensen, hoe opstandiger ze zullen worden.’ Nou, vergeet het maar! Het is er van kwaad tot erger geworden. Als de overheid de solidariteit en de bekommernis links laat liggen en zélf geen moraliteit aan de dag legt, dan moet je niet raar staan te kijken dat de burgers op een gegeven moment ook laks worden en hun eigen hachje vooropstellen.
Recht
Een belangrijke pijler van een beschaafd land zijn politie en justitie, de rechtspraak en de rechtshulp. Daarmee gaat het niet best. De gerechtelijke macht is ten prooi gevallen aan de erosie van onze institutionele waarden. Als je in Nederland anno nu maar genoeg geld hebt, dan kun je recht kopen. Het wordt al lang niet meer bestreden dat in Nederland klassenjustitie bestaat. In Amerika kennen we dat al lang, maar ook in ons land worden sociale advocaten met een grijpstuiver afgescheept. En dus krijgen we steeds minder sociale en steeds meer commerciële advocaten, die zich aaneensluiten tot grote, internationale firma’s. Het openbaar ministerie is voorwerp van spot en hoon; ze maken het er ook naar. Neem de potsierlijke en schandalige schikking in de bouwfraudezaak; ik ben er met enkele duizenden burgers tegen in beroep gegaan. Afgewezen, ik was geen belanghebbende volgens het gerechtshof! Wie dan wel, denk je dan? Kijk naar uitlatingen over het niet vervolgen van allerlei vormen van criminaliteit. Logisch dat mensen zich onveilig voelen als politie en justitie op voorhand verklaren bepaalde misdrijven niet aan te pakken. We hadden toch juist dit soort staatsapparaten om de veiligheid van de burger en de orde in de samenleving te beschermen? En kijk eens naar alle blunders die er worden gemaakt. Ik weet: politie en justitie hebben maar al te vaak te maken met overbelasting, maar waarom pikken al die mensen uit de wereld van het recht zulk onrecht? Ook hier is het cynisme dat de boventoon voert. En dus wordt het recht een speeltuin voor vetbetaalde advocaten die de mazen van de wet weten te vinden en een valkuil voor gewone burgers die noodzakelijke hulp moeten missen als zij in de problemen raken.
Wetenschap
Wetenschap is ook een onmisbare pijler van de beschaving. En ook in die pijler is helaas betonrot gekomen. Als op de universiteiten ‘cijfertjes moeten halen’ het enige is wat telt, dan moeten we niet denken dat zo’n universiteit na vier jaar een student aflevert die opgeleid is om kritisch te denken. De studenten die ik spreek zeggen me dat er geen tijd meer is voor brede oriëntatie, voor het ontwikkelen van een kritische academische geest, of voor het vinden van samenhang tussen allerlei zaken. Dan krijg je eerder vakidioten dan kritische geesten, trouwens precies zoals het bedrijfsleven lijkt te willen. Het kabinet zegt het ook: we moeten ook op de universiteit meer denken aan de betekenis voor de arbeidsmarkt. De studie moet dus meer arbeidsgerelateerd zijn. Dat zou toch als vloeken in de kerk moeten zijn, op een universiteit! Ik vind dat de intellectuele elite thuishoort op de universiteit. Dat behoren onze denkers te zijn en we mogen van hen eisen dat ze maatschappelijk betrokken zijn. Zij moeten ons burgers waarschuwen voor tendensen die wij nog niet zien. Met die verwachting moet je studenten opleiden en wie daar ja tegen zegt, is volgens mij best bereid daar heel hard voor werken.
Journalistiek
Een andere pijler is kritische journalistiek. Ik vind echt dat de journalistiek zich meer rekenschap moet geven van wat zij eigenlijk doet. Dat doet ze nu veel te weinig. Journalisten voelen zich vaak boven de kritiek verheven. Er zijn momenten aanwijsbaar dat de journalistiek zich radicaal vergist heeft. Bijvoorbeeld bij de verslaggeving over de Golfoorlog in 1991.
Na de moord op Fortuyn kwam er in de journalistiek even de gedachte op om na te gaan of de journalisten wellicht iets gemist hadden van de maatschappelijke ontwikkeling in de afgelopen jaren, het latente en bij de verkiezingen van 15 mei manifest geworden maatschappelijke ongenoegen onder de bevolking; hebben de journalisten dat niet of te laat gezien of over het hoofd gezien? Dit lijkt me een relevante vraag, maar er komen nog te weinig zinvolle antwoorden. Dan krijg je het idee dat de beroepseer van journalisten onderontwikkeld is. Dit is natuurlijk een grove generalisatie, want er zijn genoeg witte raven – maar het beeld is er wel.
Ten onrechte hebben we verder geaccepteerd dat vrijwel alle grote kranten in Nederland bij hetzelfde commerciële concern zitten en commerciële belangen een dominante rol zijn gaan spelen. En eveneens ten onrechte hebben we geaccepteerd dat de televisie beheerst wordt door de kijkcijfers. Ik roep mensen met gevoel voor verantwoordelijkheid voor vrije en kritische journalistiek op uit hun schulp te kruipen en het voortouw te nemen om de vrijheid van meningsuiting nieuw leven in te blazen. Zonder vrije media kan een beschaafde samenleving niet naar behoren functioneren.
Kunst
Een van de pijlers onder de beschaving is zeker ook de kunst. In een tijd vol verwarring is de kunst vaak nog de enige vluchthaven. Tijdens het beleg van Leningrad in de Tweede Wereldoorlog werden de kunstwerken door mensen uit de Isaak-kathedraal, de Petrus en Paulus-vesting en andere belangrijke gebouwen in veiligheid gebracht, met gevaar voor eigen leven. Hoe een contrabas door de sneeuw danste, omdat er iemand achter liep die ’m droeg. Er was oorlog, er was niks te eten. Het enige wat mensen overeind hield was muziek, kunst, cultuur. Ik vind het ongelooflijk belangrijk, dat we de kunst weer de waardering geven die ze verdient en dat mensen de mogelijkheid krijgen om te leren wat kunst is. Dat er kunstzinnige vorming bestaat, dat mensen aan kunst kunnen doen. Kunstenaars zijn in staat om te doen wat bijvoorbeeld politici vaak niet vermag: beelden te scheppen die meer zeggen dan speeches en statements. Kunst is belangrijk om je te bemoedigen, om je aan te sporen, om niet in tijdelijke treurigheid van het aardse bestaan blijvend ten onder te gaan.
De technologische ontwikkelingen in de media hebben niet alleen voor vooruitgang gezorgd. Zeker in de achterliggende jaren is sprake van verplatting en vercommercialisering. De filmkeuring werd in de jaren ’80 afgeschaft. Vervolgens kwamen de videoverhuursector en de filmproducenten met vignetjes: een vuist is geweld en twee voetjes boven elkaar betekent sex. Onder minister Sorgdrager speelde er een discussie over een chip die je kon inbouwen in je televisie. Als er beelden met geweld zouden worden uitgezonden, werd die chip geactiveerd en werd het beeld zwart. Stel je zo’n samenleving voor, waarin je je constant moet schamen voor wat op televisie wordt vertoond! Hoe zit het dan met de verantwoordelijkheid van de producenten en omroepverenigingen? Let wel: ik ben er niet voor om allerlei programma’s maar te gaan verbieden. Ik vind het veel beter als de samenleving zélf iets overwint, dan heeft ze aan kracht gewonnen door haar weerbaarheid te tonen. Als je alles verbiedt en alles wilt reguleren, dan loop je het risico dat er een soort mentale slapte ontstaat, zo van: ‘alles wat er is, moet ook kunnen’. Ik voel me aangesproken door het voorstel dat tv-maker Harry de Winter onlangs deed: vóór negen uur ’s avonds geen geweld en geen seks, omwille van de kinderen.